Hervorming van de referentierentes

digitaalbord met rentes erop
Referentierentes of rentebenchmarks worden wereldwijd gebruikt voor bijvoorbeeld het vaststellen van prijzen van financiële producten en het waarderen van financiële overeenkomsten en financiële instrumenten. 

Op 1 januari 2018 is de Benchmarkverordening (BMR) ingegaan. De BMR bevat regels om te zorgen dat referentierentes betrouwbaar, nauwkeurig en integer zijn. Door de BMR en internationale afspraken wordt een aantal referentierentes hervormd of stopgezet. 

Ook Handelsbanken gebruikt referentierentes, zoals Euribor, Eonia en Libor. De hervorming van deze referentierentes kan daarom invloed hebben op de producten en overeenkomsten die u bij Handelsbanken heeft afgesloten.

Door Handelsbanken gebruikte referentierentes

Handelsbanken heeft een Benchmark Recovery Plan opgesteld waarin staat welke maatregelen genomen worden wanneer een referentierente wijzigt, (tijdelijk) niet beschikbaar is, of ophoudt te bestaan. Waar mogelijk staan alternatieve referentierentes genoemd. 

Referentierentes die aan de regels van de BMR voldoen, zijn opgenomen in een openbaar register (ESMA Benchmarks Register). Banken en financiële instellingen mogen alleen referentierentes gebruiken die in dit register staan. 

Euribor staat in dit register. Eonia en Libor staan niet in dit register. Hierdoor mogen Eonia en Libor vanaf 31 december 2021 (mogelijk geleidelijk) niet meer gebruikt worden. Handelsbanken vervangt Eonia door €STR. Libor wordt vervangen door Sonia bij het Britse pond en door Sofr bij de Amerikaanse dollar. 

Wat zijn de gevolgen voor u?

Wanneer een referentierente wordt stopgezet, hervormd, of door Handelsbanken niet langer passend of representatief wordt gevonden voor de actuele situatie op de Europese geld- en kapitaalmarkt, kan de rente voor uw product of overeenkomst niet langer gebaseerd worden op deze referentierente. Als er door de wetgever, toezichthouder, Europese Centrale Bank of de beheerder van de referentierente geen alternatieve referentierente wordt aangewezen, dan stellen wij u een marktconforme, alternatieve referentierente voor. Ook passen we hierop de voorwaarden voor producten en diensten aan, zodat deze overeenstemmen met nieuwe marktomstandigheden.

Als er iets in uw product of overeenkomst wijzigt als gevolg van deze hervorming, dan nemen wij vooraf contact met u op. Heeft u voor die tijd vragen, of wilt u meer informatie, neem dan contact op met uw .

Meer over referentierentes

  • Referentierentes (of rentebenchmarks) worden door financiële instellingen zoals banken gebruikt om de prijzen van hun producten vast te stellen en daarmee de financiële overeenkomsten en financiële instrumenten te waarderen en betalingsverplichtingen te bepalen.

    Referentierentes zijn gebaseerd op het gemiddelde rentetarief waartegen banken bereid zijn elkaar leningen te verstrekken voor een bepaalde termijn. Zo zijn er tarieven voor  één week, één maand en drie, zes of twaalf maanden (termijnrente), maar ook voor één dag (dagrente of overnight rate). 

  • Handelsbanken gebruikt in Nederland onder meer Euribor, Eonia en Libor voor haar producten, waarvan Euribor veruit de meest gebruikte referentierente is. Referentierentes worden gebruikt voor onder meer vreemde valutarekeningen, roodstanden, leningen, derivaten, gestructureerde producten en hypotheken.

    De rente die u moet betalen of van ons vergoed krijgt, kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op Euribor, vermeerderd met een opslag.
  • Het kan zijn dat door de rentehervorming aanpassing van uw overeenkomst nodig is. Voor lopende overeenkomsten en producten waarin wordt verwezen naar GBP Libor en/of Eonia en die aflopen vóór eind 2021 verandert er niets. Deze overeenkomsten hoeven dus niet aangepast te worden. Alle bestaande overeenkomsten met een rente gebaseerd op GPB Libor of Eonia die een langere looptijd hebben, zullen wel moeten worden aangepast, zodat deze voorzien in de overgang op een alternatieve referentierente. Handelsbanken volgt hierin de marktontwikkelingen en de aanbevelingen van onder meer de diverse werkgroepen en autoriteiten en neemt tijdig contact met u op als uw overeenkomst moet worden aangepast.

    Hoewel de hervormde Euribor door de aanpassing in de berekeningsmethodiek voor de afzienbare toekomst gebruikt mag blijven worden, dienen in lopende en nieuwe overeenkomsten terugvalbepalingen te worden opgenomen voor het geval dat Euribor toch niet langer gepubliceerd wordt, niet meer representatief is of anderszins niet langer beschikbaar is. Ook voor overeenkomsten op basis van Euribor geldt dat wij contact met u opnemen wanneer aanpassing van de overeenkomst gewenst is. Uitgangspunt voor de aanpassing is dat deze aansluit bij de aanbevelingen van de relevante autoriteiten en werkgroepen en bij de ontwikkelingen op de financiële markt. 
  • De Europese Commissie heeft een Benchmarkverordening (Benchmark Regulation, of afgekort BMR) opgesteld voor alle referentierentes ‘die worden gebruikt als benchmarks in financiële instrumenten en financiële contracten’. In deze verordening zijn regels opgesteld om de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de referentierentes beter te waarborgen.

    Deze verordening is op 1 januari 2018 in werking getreden en bepaalt dat alle referentierentes die als benchmark gebruikt worden, uiterlijk 1 januari 2020 moeten voldoen aan de vereisten in de verordening. 

  • Euribor staat voor Euro InterBank Offered Rate. Tot het laatste kwartaal van 2019 was Euribor gebaseerd op het gemiddelde rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken (panelbanken) bereid was elkaar ongedekte leningen in euro’s te verstrekken. Er zijn verschillende Euribortarieven, de kortste voor één week, vervolgens voor één maand, drie, zes en twaalf maanden.

    Ieder lid van het hiervoor geselecteerde bankenpanel gaf hiertoe dagelijks zijn rentetarief voor de betreffende termijn door aan EMMI, de beheerder van Euribor, die het gemiddelde van de afgegeven tarieven dagelijks publiceert.
  • Euribor is wereldwijd één van de meest gebruikte referentierentes voor hypotheken, leningen, spaarrekeningen en renteswaps. En daarmee van cruciaal belang voor de stabiliteit op de financiële markt. De BMR schrijft voor dat referentierentes zoveel mogelijk gebaseerd moeten zijn op daadwerkelijke transacties én de ontwikkelingen op de relevante markt dienen te weerspiegelen.

    Om hieraan te voldoen heeft EMMI, de beheerder van Euribor, eind 2019 de methodologie voor de berekening van Euribor geleidelijk gewijzigd. Waar de berekening van Euribor tot dan toe uitsluitend was gebaseerd op de inschatting van de tarieven door de geconsulteerde Europese panelbanken, werden vanaf dat moment ook de gegevens van daadwerkelijke transacties op de wholesale markt verwerkt in de berekening. Deze hybride manier van berekenen is goedgekeurd door de Financial Services and Markets Authority (FSMA, de Belgische toezichthouder op de financiële markten), waarna EMMI als beheerder is opgenomen in het register van de European Securities and Markets Authority (ESMA) voor goedgekeurde benchmarks.

    Hiermee voldoet de hervormde Euribor aan de vereisten van de Benchmark Verordening, is de onderliggende systematiek van Euribor niet zodanig gewijzigd dat de naam gewijzigd moet worden, en mag de hervormde Euribor na 3 januari 2022 als Euribor gebruikt blijven worden.
  • Hoewel Euribor vooralsnog gebruikt kan blijven worden (en er geen marktsignalen zijn dat dit binnen afzienbare tijd anders wordt), kunnen zich in de toekomst omstandigheden voordoen waardoor deze referentierente niet meer aan de geldende wetgeving voldoet. Ook kan de vaststellingssystematiek fundamenteel wijzigen of Euribor niet langer gepubliceerd worden. De Working Group on Euro Risk-Free Rates heeft voor die gevallen €STR aanbevolen als vervanger van Euribor.
  • Ook internationale afspraken leiden ertoe dat een aantal referentierentes hervormd wordt naar zogenaamde risicovrije rentes (risk-free rates). Omdat de referentierentes gebaseerd zijn op schattingen van de geconsulteerde banken, zijn ze vatbaar voor manipulatie. Bovendien is het volume aan daadwerkelijke leningen tussen banken de afgelopen jaren sterk afgenomen, waardoor het steeds lastiger is om een goede en objectieve inschatting te maken van de waarde van de referentierentes. Een aantal referentierentes (zoals Libor en Eonia) wordt daarom na 31 december 2021 vervangen door (bijna) risicovrije rentes.

    Deze dagrentes worden risicovrij genoemd, omdat ze worden berekend op basis van de daadwerkelijke transacties van de vorige dag (overnight rate). In tegenstelling tot de termijnrentes bevatten zij geen liquiditeits- en/of kredietrisicovergoeding. Daardoor zijn ze minder geschikt voor producten waarbij het wenselijk is bij voorbaat het bedrag van de rentebetalingsverplichting te kennen.

  • Libor (London Interbank Offered Rate) wordt berekend voor vijf verschillende valuta (USD, GBP, EUR, CHF, JPY) en voor verschillende termijnen, variërend van overnight tot twaalf maanden. Libor wordt veel gebruikt voor verschillende schuldinstrumenten en derivaten. ICE Benchmark Administration (ICE BA) in Londen administreert en publiceert Libor-tarieven op basis van de opgaven van de panelbanken.

    Libor voldoet niet aan de criteria van de Benchmarkverordening, waardoor ze vanaf 31 december 2021 niet meer gebruikt mag worden of gedeeltelijk wordt uitgefaseerd. Op 5 maart 2021 heeft de Britse financieel toezichthouder (FCA) aangekondigd dat de panelbanken na 31 december 2021 geen rentetarieven voor GBP Libor meer hoeven af te geven en GBP Libor daarmee na 1 januari 2022 niet meer gebruikt kan worden, omdat ze niet meer betrouwbaar of representatief zal zijn. Dit geldt ook voor EUR Libor, CHF Libor, JPY Libor en voor USD Libor voor één week en voor twee maanden.

    De USD Libor voor de overige termijnen (overnight, één maand, drie, zes en twaalf maanden) hebben uitstel gekregen tot 1 juli 2023. De Amerikaanse toezichthouders stimuleren banken om zo gauw als dit uitvoerbaar is en in ieder geval na 31 december 2021 te stoppen met het afsluiten van nieuwe contracten waarin USD LIBOR wordt gebruikt als referentierente. De bestaande overeenkomsten waarin Libor wordt gebruikt als referentierente moeten zo snel mogelijk worden aangepast, zodat het mogelijk is om per 1 januari 2022 over te stappen op de risicovrije rente. 
  • De toezichthouders en centrale banken van elk land hebben werkgroepen opgericht die door de financiële sector geleid worden en aanbevelingen moeten doen voor alternatieve rentebenchmarks en de implementatie. Voor Libor zijn dit:

    • Working Group on Euro Risk-Free Rates (Europa)
    • Working Group on Sterling Risk-Free Reference Rates (Verenigd Koninkrijk)
    • Alternative Reference Rates Committee (Verenigde Staten) 
    • National Working Group on Swiss Franc Reference Rates (Zwitserland)
    • Cross-Industry Committee on Japanese Yen Interest Rate Benchmarks (Japan)

    Hun aanbevelingen zijn:

    • Sterling OverNight Index Average (Sonia) voor GBP Libor, de gemiddelde rente die banken betalen om overnight GBP te lenen bij andere financiële instellingen en institutionele beleggers
    • Secured OverNight Finance Rate (Sofr) voor US Libor, gebaseerd op de markt voor repurchase agreements (dollarleningen met als onderpand Amerikaanse staatsobligaties)
    • Swiss Average Rate OverNight (Saron) voor CHF Libor, gebaseerd op de Zwitserse repo markt (Zwitserse-franc-leningen met onderpand) 
    • Tokyo OverNight Average Rate (Tonar) voor JPY Libor, een ongedekte overnight call rate 
    • Euro Short Term Rate (€STR) voor EUR Libor, de rente die banken betalen om zonder gebruik van zekerheden overnight geld te lenen bij andere financiële instellingen en institutionele beleggers 
  • Eonia (EURO Overnight Index Average) voldoet, hoewel een overnight tarief of dagrente voor de euro, niet aan de vereisten van de BMR. Deze referentierente wordt gebaseerd op het tarief waartegen banken in de Europese Unie bereid zijn elkaar ongedekte ééndaagse (overnight) leningen te verstrekken. Deze rentebenchmark wordt beheerd door het European Money Markets Institute (EMMI).

    Eonia wordt vooral gebruikt binnen de professionele markt, voor onder meer het vaststellen van marge- en onderpandverplichtingen.
  • Omdat het aantal onderliggende transacties tussen de Europese banken laag is en daarom niet representatief, heeft de Working Group on Euro Risk-Free Rates €STR aangewezen als vervanger van Eonia. In oktober 2019 is de Europese Centrale Bank (ECB) begonnen met de publicatie van €STR, die de onderliggende transacties in de geld- en kapitaalmarkt (de wholesale markt) representeert.

    €STR is ook een tarief voor ongedekte ééndaagse (overnight) leningen, maar niet langer alleen gebaseerd op transacties tussen banken onderling, maar ook op transacties met andere entiteiten, zoals geldmarktfondsen, verzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen. Dit bredere referentiekader zorgt voor een meer solide en representatieve referentierente. 
     
    De hoogte van Eonia en €STR is in de praktijk niet helemaal gelijk. Het verschil tussen EONIA en €STR is door de ECB op 8,5 basispunt vastgesteld en reflecteert het verschil tussen de onderliggende markten, de Europese interbancaire markt versus de Europese wholesale markt. Vanaf 3 januari 2022 stopt EMMI met de publicatie van Eonia en zal alleen €STR nog worden gepubliceerd door de ECB.
  • Op grond van de Benchmark Verordening mogen binnenkort alleen nog goedgekeurde, in het ESMA Benchmark Register opgenomen, referentierentes gebruikt worden. Alle instanties die referentierentes gebruiken in hun overeenkomsten of voor de waardering van hun producten, dienen zich hier tijdig op voorbereid te hebben. De BMR schrijft voor dat alle onder (financieel) toezicht staande entiteiten in de Europese Unie een ‘solide schriftelijk plan’ moeten opstellen. 
     
    In dit solide plan, of Fallback Plan, moeten de maatregelen vermeld worden die de entiteit neemt wanneer zij geconfronteerd wordt met de inhoudelijke wijziging van één of meer referentierentes of het wegvallen daarvan. Waar mogelijk en passend, dient in het plan één of meer alternatieve referentierentes genoemd te worden ter vervanging van de referentierentes die niet meer worden aangeboden of kunnen worden gebruikt. 
  • Handelsbanken heeft zowel op groepsniveau (Svenska Handelsbanken AB) als op lokaal niveau (Handelsbanken Nederland) een Fallback Plan met interne procedures en instructies voor wanneer één of meerdere referentierentes niet langer gepubliceerd worden, niet langer representatief zijn of wanneer de berekeningssystematiek fundamenteel wijzigt.

    Het lokale Fallback Plan is een aanvulling op het groepsplan en toegespitst op Nederland en het gebruik van Euribor als referentierente voor de euro. Op verzoek dient Handelsbanken het Fallback Plan te overleggen aan de voor haar relevante toezichthouders. 
  • De BMR bepaalt daarnaast dat de overgang op een alternatieve referentierente, wanneer de in het product of overeenkomst gebruikte referentie wegvalt, niet of niet langer beschikbaar is, terug moet komen in de contractuele relatie met klanten. Hiervoor worden door de werkgroepen en marktpartijen fallback- of terugvalbepalingen ontwikkeld, die bepalen hoe omgegaan wordt met de situatie waarin de gebruikte referentierente niet langer gebruikt kan worden.

    Zonder fallback- of terugvalbepaling zouden bij de overgang naar een alternatieve referentierente mogelijk conflicten kunnen ontstaan. Terugvalbepalingen kunnen bestaan uit overgangsbepalingen ten aanzien van een bij voorbaat overeengekomen alternatieve referentierente of uit bepalingen die partijen bij de overeenkomst in overleg laten treden wanneer de situatie zich voordoet.

    Recent gesloten overeenkomsten kunnen al een dergelijke terugvalbepaling bevatten, zo ook de documentatie van de ISDA (International Swaps and Derivatives Association), die gebruikt wordt voor het afsluiten van rentederivaten.